Er worden spelletjes gedaan, er wordt gegeten en gedronken, tegels gaan eruit en plantjes gaan erin. De Raadsledenbuurt in Terneuzen bruist op de Europese Burendag.
De Raadsledenbuurt die voor een flink deel de binnenstad beslaat, maakt deel uit van het Totaalplan Binnenstad. Wat moet er anders, wat kan er anders en hoe zien de bewoners dat?
,,Het is een volkswijk, in de positieve zin van het woord.” Oscar van Rijn is van het Dromenlab en daarom passend gekleed in een witte labjas. Hij staat tussen infoborden achter de Willibrordustoren. Het Dromenlab inventariseert wat de mensen van hun wijk vinden. Wat is goed en wat kan beter? ,,Mensen zijn trots op de wijk en ze willen graag dat die trots uitgedragen wordt. Dromenlab vormt een deel van het Totaalplan Binnenstad. De gemeente heeft ambities uitgesproken en wij vertalen dat naar de mogelijkheden in deze wijk.”
Achter Van Rijn hangen borden waarop te lezen is wat het Dromenlab allemaal aan wensen heeft vergaard. Boven aan het lijstje staat overlast verhelpen, gevolgd door meer (buurt)activiteiten, beter onderhoud, trots willen zijn op de buurt, de buurt opknappen met karakter en andere wensen. Op straat hoor je vooral vaak de wens voor meer groen. Vergroening van de stad is ook een van de uitgangspunten in het Totaalplan Binnenstad. Alleen de Raadsledenbuurt biedt niet veel plek met zijn geschakelde huizen en smalle straten.
“Maar het is eigenlijk gewoon een hartstikke leuke plek”
Oscar van Rijn, Dromenlab
,,Zelfs voor geveltuintjes is vaak niet eens ruimte”, signaleert Van Rijn. ,,Ons idee is door steeds kleine verbeteringen de wijk als geheel naar een hoger niveau te tillen. We vragen de mensen wat hun ideeën zijn en dan vragen we ze ‘doe je mee?’ Maar het is eigenlijk gewoon een hartstikke leuke plek. Zeker voor ouderen is deze wijk ideaal. Kleine woningen, dichtbij alle voorzieningen van het centrum. Mensen die hier al lang wonen, willen er vaak vooral blijven wonen.”
Theo Strik (75)
,,Het is heel prettig wonen. Het is een echte volkswijk. Hier woont van allerlei slag. We hebben goede contacten met de buren. Het is de kleinschaligheid die de wijk kenmerkt. Kleine huizen, mensen zonder kapsones. Daar kan ik ook niet tegen. Ik zou best wat minder auto’s en wat meer groen in de wijk willen. Daarom heb ik nu een tegel ingeleverd, waarvoor ik een plantje kreeg. Ik wil een geveltuintje aanleggen. Een rijtje tegels eruit en klimmers erin. Ik vroeg nog of dat zomaar mocht. ‘Gewoon doen’, kreeg ik te horen.”
Dante Brom (23)
,,Mijn vader woont al lang in de wijk. Ik sta zelf achter de bar van De Pit dus ik ken de wijk wel. Op zich wel een toffe wijk. Niet heel spectaculair maar wel gezellig. De mensen en huizen hebben wat meer karakter hier. Wat meer groen is altijd goed, al kun je hier natuurlijk de straten niet vol zetten met bomen.”
Debora Abeloos (50)
,,De wijk is op zich hartstikke goed zoals hij is. Ik heb meer problemen met het gebrekkige onderhoud door mijn huurbaas. Maar de wijk? Het is er rustig, ik heb er van niemand last. Wat er nog beter zou kunnen, zou ik zo niet weten. Die bloembakken waren wel een goed idee want er werd hier echt te hard gereden. Ik kan mezelf wel redden maar voor kindjes van vier was het echt te gevaarlijk.”
Ilse Helsen (51) en Sarah Sas (40)
Ilse: ,,We hebben leuke buren, het is ons-kent-ons hier, niks geen dikke nekken. De mensen helpen elkaar. Het is relatief rustig. De verkeersveiligheid kon beter. Vooral die maaltijdbezorgers, die kijken naar niks.” Sarah: ,,Met het groen zijn ze hier goed bezig, ik zou hier alleen graag nog een goed, hoog omheind uitlaatweitje zien. Mijn honden springen nu over de omheining heen.”
Lees het artikel van Guido van der Heijden in BN de Stem
Fotografie © Frank Peters